Wat is FODMAP?
FODMAP is een verzamelnaam voor verschillende soorten lastig verteerbare koolhydraten. In sommige situaties kunnen bepaalde voedingsstoffen minder goed worden verteerd. Hieronder lees je meer over FODMAPs.
Wat is FODMAP?
FODMAPs zijn korte-keten koolhydraten die slecht of helemaal niet door de dunne darm worden opgenomen. Maar wat betekent FODMAP precies, en waarom horen we deze term steeds vaker? Het acroniem FODMAP staat voor Fermenteerbare Oligosachariden, Disachariden, Monosachariden en Polyolen. Deze stoffen komen voor in verschillende voedingsmiddelen. Bij mensen met bijvoorbeeld een lactose intolerantie kan de FODMAP lactose niet volledig verteerd worden waardoor de latose door de darmbakteriën kan worden gefermenteerd in de dikke darm. Bij dit proces kan er vocht worden aangetrokken en gas vrij komen. In dit artikel gaan we in op wat FODMAPs zijn, welke enzymen nodig zijn om ze af te breken, en hoe een low FODMAP-dieet kan helpen bij mensen met een voedselintolerantie.
Wat zijn FODMAPs en hoe werken ze?
Om FODMAPs te begrijpen, helpt het om ze op te splitsen in hun vier categorieën:
- Oligosachariden – Deze zitten vaak in granen zoals tarwe en rogge, maar ook in uien en knoflook. Voorbeelden van Oligosachariden zijn ‘Fructanen’ en ‘Galactanen’.
- Disachariden – Lactose is een veelvoorkomende disacharide en wordt aangetroffen in melkproducten zoals melk, kaas en yoghurt. Lactase is het enzym dat helpt bij de afbraak van lactose. Een gebrek van het lactase enzym kan zorgen voor een lactose intolerantie.
- Monosachariden – Fructose is een monosacharide die voorkomt in fruit zoals appels, mango’s en honing. Bij een fructose intolerantie wordt het aangeraden om fructose houdende producten te vermijden uit de voeding.
- Polyolen – Polyolen, ook wel suiker-alcoholen genoemd, worden veel gebruikt als zoetstoffen en komen voor in producten zoals pruimen, avocado’s en bloemkool. Deze worden vaak niet goed opgenomen en worden vervolgens verteerd in de dikke darm. In dit proces kan vocht worden aangetrokken en gas vrijkomen. Bij een Polyolen intolerantie wordt het aangeraden om producten die polyolen te houden te vermijden. Kijk in dit geval atijd op de ingrediëntenlijst van producten, hier staat aangegeven of een product polyolen houdt of niet.
Wat is het low FODMAP-dieet?
Het low FODMAP-dieet is ontwikkeld door onderzoekers aan de Monash University in Australië. Dit dieet bestaat uit drie fases: eliminatie, herintroductie en personalisatie. In de eliminatiefase worden alle hoog-FODMAP-voedingsmiddelen tijdelijk vermeden om te bepalen of er een groep FODMAPs is waar je intolerant voor bent. Vervolgens worden in de herintroductiefase één voor één FODMAP-groepen opnieuw geïntroduceerd om te zien welke een trigger veroorzaken. Tot slot wordt het dieet gepersonaliseerd, zodat je een voedingspatroon kunt aanhouden waarbij je de FODMAP waar jij intolerant voor bent elimineerd uit je dieet zonder onnodig voedingsgroepen te vermijden.
Als je een intolerantie verwacht kan je voordat je aan het FODMAP dieet start eerst de intolerantie test doen, dit kan je waardevolle inzichten en tips geven.
Producten met veelvoorkomende FODMAPs
Hieronder een overzicht van producten die rijk zijn aan elke FODMAP-categorie:
- Oligosachariden: Tarwe, knoflook, uien
- Disachariden: Melk, yoghurt, zachte kaas
- Monosachariden: Appels, honing, mango’s
- Polyolen: Pruimen, avocado’s, bloemkool
FODMAP: Wat betekent dit voor jou?
De keuze voor een low FODMAP-dieet kan een positieve impact hebben op je dagelijkse comfort en gezondheid. Dit dieet is wetenschappelijk onderbouwd en effectief gebleken. Met het juiste inzicht en begeleiding kun je leren welke voedingsmiddelen je beter kunt vermijden, zonder onnodige voedingsstoffen te missen. Raadpleeg altijd eerst een arts of diëtist bij het volgen van een low FODMAP-dieet. Neem gratis contact op met een van onze gespecialiseerde diëtisten.
De Monash University biedt zelfs een handige app aan waarmee je eenvoudig kunt zien welke voedingsmiddelen veilig zijn binnen een low FODMAP-dieet. Dit maakt het eenvoudiger om je aan het dieet te houden, vooral tijdens de eliminatie- en herintroductiefase.